Wat is de stam van werken?

Wat is de stam van werken?

Sommige hele werkwoorden hebben dubbele medeklinkers. We halen er dan ook één medeklinker af. er een medeklinker af te halen. De ruwe stam eindigt op de v of de z….De werkwoordstam; stamregels 1 tot en met 5.

fietsen -en
werken -en
hangen -en
duwen -en

Hoe vind ik de stam?

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen. Wat je overhoudt, is de stam. De stam van worden is word, de stam van leiden is leid, de stam van houden is houd, enz.

Wat is de stam van de persoonsvorm?

De basisvorm voor het spellen van werkwoordsvormen is de stam. Dat is de onbepaalde wijs* van het werkwoord zoals we die uitspreken, min de uitgang* -en (soms -n).

Wat is de stam van uitslapen?

uitslapen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van uitslapen
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) word uitgeslapen wordt uitgeslapen
verleden (o.v.t.) werd uitgeslapen werdt uitgeslapen
toekomend (o.t.t.t.) zal uitgeslapen worden zult uitgeslapen worden

Wat is de stam van slapen?

Tegenwoordige tijd – De stam (stamregel 2)

Hele werkwoord Zin Antwoord
smeren, tt Ik …?… een boterham met pindakaas. (ik) smeer
wonen, tt Ik …?… bij jullie in de straat. (ik) woon
slapen, tt Waar …?… jij tijdens de vakantie? slaap (jij?)
maken, tt Ik …?… een gerecht? (ik) maak

Wat is de stam van weggaan?

weggaan/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van weggaan
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) wegga weggaat
verleden (o.v.t.) wegging wegging
toekomend (o.t.t.t.) zal weggaan weg zal gaan zult/zal weggaan weg zult/zal gaan

Wat is de stam van een infinitief?

Onder de ‘stam’ wordt de basisvorm van een werkwoord verstaan, waarvan de vervoegde vormen zijn afgeleid. De stam van het werkwoord is in de meeste gevallen gelijk aan het ‘hele werkwoord’ (de infinitief) minus -(e)n. De stam van lopen is loop, de stam van gaan is ga.

Wat is de stam van toneelspelen?

toneelspelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van toneelspelen
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (v.t.t.) heb toneelgespeeld hebt/heeft toneelgespeeld
verleden (v.v.t.) had toneelgespeeld had toneelgespeeld
toekomend (v.t.t.t.) zal toneelgespeeld hebben zult/zal toneelgespeeld hebben

Is wordt altijd met dt?

Bij een zin met hij, zij, men, het of een zelfstandig naamwoord is wordt altijd met een t. Hij wordt naar school gebracht. Wordt hij naar school gebracht? Ook bij u is wordt altijd met een t.

Is uitslapen een werkwoord?

uitslapen – onregelmatig werkwoord uitspraak: uit-sla-pen 1. doorslapen tot je niet slaperig meer bent ♢ we konden vandaag uitslapen tot 10 uur Onregelmatig werkwoord: uit-sla-pen ik slaap uit (… ik uitslaap)…

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven