Wat is de verleden tijd van pluizen?

Wat is de verleden tijd van pluizen?

Uitpluizen is een sterk werkwoord. Bij de vervoeging van sterke werkwoorden verandert de stamklinker: ik pluis uit wordt in de verleden tijd ik ploos uit en in de voltooide tijd ik heb uitgeplozen. Bij sommige werkwoorden is zowel een sterke als een zwakke vervoeging mogelijk.

Wat betekent niet pluis?

Het is hier niet pluis betekent ‘het is hier niet in orde’, ‘het is hier niet veilig’, of zelfs: ‘het is hier eng, ik krijg een naar gevoel van deze plek’ (‘het spookt hier! Later kreeg pluizen ook de betekenis ‘schoonmaken, uitruimen’.

Is het Gepluisd of geplozen?

We hebben braakballen van uilen (uit)geplozen. Napluizen gaat net als uitpluizen: napluizen – ploos na – nageplozen. Pluizen in de betekenis ‘pluisjes afgeven’ (mijn trui begint te pluizen) is een zwak werkwoord: pluizen – pluisde – gepluisd.

Wat is de verleden tijd van plenzen?

Woordherkomst en -opbouw

stamtijd
onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord
plenzen plensde geplensd
zwak -d volledig

Wat is pluis niet pluis?

Wat betekent het is hier niet pluis en waar komt deze uitdrukking vandaan? Het is hier niet pluis betekent ‘het is hier niet in orde’, ‘het is hier niet veilig’, of zelfs: ‘het is hier eng, ik krijg een naar gevoel van deze plek’ (‘het spookt hier! ‘). Pluis is afgeleid van het werkwoord pluizen.

Is het spoog of spuugde?

spugen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van spugen
onbepaalde wijs kort
tegenwoordig (o.t.t.) spuug spuugt
verleden (o.v.t.) spuugde/ spoog spuugde/ spoogt
toekomend (o.t.t.t.) zal spugen zult spugen

Wat is uitgeplozen?

tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeplozen, heeft uitgepluisd (volt. deelw.) uitzoeken hoe (iets ingewikkelds) in elkaar zit Voorbeelden: `gebruik…

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven