Wat is de verleden tijd van vriezen?

Wat is de verleden tijd van vriezen?

Bijvoorbeeld, de verleden tijd van vriezen is vroor, en de verleden tijd van bevriezen is dus bevroor. Heeft een werkwoord een voorvoegsel, dan vervalt het voorvoegsel ge- van het verleden deelwoord. Het verleden deelwoord van bevriezen is dus niet gebevroren, maar bevroren.

Is vriezen een werkwoord?

Werkwoord “vriezen” – Nederlandse werkwoorden.

Hoe vind je de OVT?

De O.V.T. wordt ook wel eens het preteritum genoemd. In de gesproken taal hoor je alleen de uitgang [ -d∂ ] of [ -t∂ ]. In de geschreven taal moet je voor de meervoudsvormen een -n toevoegen: [ -den ] en [ – ten ].

Waarom onvoltooid verleden tijd?

De onvoltooid verleden tijd wordt om te beginnen gebruikt om een aantal samenhangende, doorgaans opeenvolgende gebeurtenissen in het verleden te beschrijven; het gaat dan vaak om een verhalende context, bijvoorbeeld een boek, een levensbeschrijving of een recente (uit meerdere zinnen bestaande) gebeurtenis.

Wat betekent vriezen?

(vroor, heeft en is gevroren), 1. door de vorst van een vloeibaar in een vast lichaam overgaan: het water vroor tot ijs; het vriest dat het kraakt, zeer hard; 2. door de vorst in een bepaalde toestand komen: de waterfles is stuk gevroren (ook aaneengeschreven); 3.

Hoe vorm je de VTT?

wordt gevormd door een combinatie van twee werkwoordsvormen: enerzijds een eerste verbale pool (of persoonsvorm) (een vorm van de hulpwerkwoorden van tijd, nl. zijn of hebben) en anderzijds, een tweede verbale pool (een voltooid deelwoord of „participium perfectum‟), die fungeert als “verbale rest”.

Hoe bepaal je in welke tijd een zin staat?

De tijd van de persoonsvorm bepaalt of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. Als een zin uit meerdere delen bestaat, moeten de tijden in die zin met elkaar overeenstemmen.

Wat is voltooid en onvoltooid?

De voltooide en onvoltooide tijd geven aan of een handeling al af is (voltooide tijd) of nog bezig is (onvoltooide tijd). Een werkwoord kan aangeven of iets nu of toen gebeurde, de tegenwoordige en verleden tijd. Bij de voltooide tijd hoort het voltooid deelwoord, meer hierover in Voltooid deelwoord.

Is voltooide tijd?

In de voltooide tijd staat altijd een voltooid deelwoord: een werkwoordsvorm als gelezen of gewerkt. Doorgaans staat er ook een hulpwerkwoord bij: een vervoegde vorm van hebben of zijn. Ik heb een goed boek gelezen. Het voltooid deelwoord is hier gelezen.

Is het ervaarde of ervoer?

Ervaren is van oorsprong een sterk werkwoord. Dat wil zeggen dat in de verleden tijd de klinker van de stam verandert. Maar ook de zwakke vervoeging ervaarde is volgens de hedendaagse woordenboeken en -lijsten juist. Daarin staat ervoer én ervaarde.

Wat is de verleden tijd van vreten?

Het gaat vrijwel altijd om het voltooid deelwoord….Erven – geërfd / georven.

werkwoord normale vervoeging niet-neutrale vorm
verwennen verwende – verwend verwonnen
vreten vrat – gevreten gevroten

Wat is de voltooide tijd van vallen?

vallen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van vallen
onbepaalde wijs kort
voltooid tegenwoordig zijn gevallen
toekomend gevallen zullen zijn
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord

Wat is het verleden tijd van ervaren?

Wat is de juiste verleden tijd van ervaren: ervaarde of ervoer? Het is allebei juist. De sterke vervoeging ervoer (die het oudst is), lijkt nog steeds het vaakst voor te komen.

Is het gebreid of Gebreeën?

De verledentijdsvorm is breide, het voltooid deelwoord is gebreid. Bree* en gebreeën* komen soms voor, maar die vormen zijn geen standaardtaal.

Wat is de verleden tijd van varen?

Varen: vaarde / voer.

Wat is het voltooid deelwoord?

Het voltooid deelwoord (ook wel verleden deelwoord of participium perfectum genoemd) is een vorm van een werkwoord die in het Nederlands gebruikt wordt om een voltooide tijd te vormen. Voorbeelden van voltooid deelwoorden zijn gemaakt, gerepareerd en gegaan in de zinnen: Piet heeft de pop gemaakt.

Wat is de verleden tijd van prijzen?

prijzen – waardering uitspreken voor een prestatie, iemand loven, een schouderklopje geven. Dan is de verleden tijd prees en het voltooid deelwoord geprezen. prijzen – van een prijs(kaartje) voorzien. Dan is de verleden tijd prijsde en het voltooid deelwoord geprijsd.

Hebben ervaren of ervaren hebben?

Van oorsprong is ervaren een werkwoord met een sterke vervoeging; de hoofdtijden zijn dus: ervoer(en) – heeft ervaren.

Is het waaide of woei?

Zo’n werkwoord is waaien. In de verleden tijd kom je namelijk zowel waaide als woei tegen.

Is het gevrijd of gevreeën?

Vrijen kan onregelmatig en regelmatig vervoegd worden. Voorkeur: vrijde, gevrijd.

Is het reisde of reiste?

reizen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van reizen
onbepaalde wijs
tegenwoordig (o.t.t.) reis reist
verleden (o.v.t.) reisde reisde
toekomend (o.t.t.t.) zal reizen zult/zal reizen

Hoe vindt je voltooid deelwoord?

Veel Nederlandse werkwoorden zijn zwak: het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge- vooraf te laten gaan aan de werkwoordstam en te eindigen met ’t’ of ‘d’ afhankelijk van de slotklank van de stam (zie ’t kofschip). Van onregelmatig sterke werkwoorden wordt het voltooid deelwoord gevormd door de uitgang -en.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven