Wat is een enkele?
een onbepaald, meestal klein aantal.
Wat is een joekel?
slangwoord voor ‘kanjer’, vaak in combinatie met ‘van een’ gebruikt om iets groots aan te duiden: een joekel van een huis/ kast enz.In de meervoudsvorm kan het ook ‘borsten’ bet. In de oudste Bargoense vindplaats (reeds 1890) is de bet. ‘hond’.
Wat betekent iets voorleggen?
(legde voor, heeft voorgelegd), 1. vóór (iemand) neerleggen, m.n. om te vertonen; 2. iemand zijn plannen —, uiteenzetten; iemand een vraag, een zaak —, aan zijn oordeel onderwerpen.
Is Enkele een bijvoeglijk naamwoord?
Bij bijvoeglijk gebruik krijgt enige of enkele nooit een -n. Een duidelijk voorbeeld van bijvoeglijk gebruik is: (7) Enkele mensen wilden met ons mee. In het tweede (en derde) deel van deze voorbeelden is mensen samengetrokken en is enkele (of andere) niet zelfstandig gebruikt.
Waar komt het woord joekel vandaan?
Joekel is van oorsprong een Bargoens woord, dat teruggaat op het Romani, de taal van de Roma-zigeuners. De Romani-vorm dšúklo betekende ‘hond’, en dit is ook de oorspronkelijke betekenis van het Nederlandse woord. [Hans Beelen en Nicoline van der Sijs (2013), ‘Kanjer’, in: Onze Taal 11, 307.]
Waar komt flauwekul vandaan?
Het woord kul vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord ‘culleus’, wat ‘lederen zak’ of ‘scrotum’ betekent. Vanaf wanneer ‘flauwekul’ precies gebruikt wordt als benaming voor onzin of lariekoek, is niet helemaal duidelijk. Aanvankelijk werden de woorden los geschreven (flauwe kul).
Hoe schrijf je flauwekul?
flauwekul = de flauwekul zelfst. naamw. (m.) Uitspraak: [flɑuwəˈkʏl] ideeën en beweringen die vreemd en niet waar zijn Voorbeeld: `Wat hij in die brief beweert is je reinste flauwekul.
Is het voorleggen aan of bij?
Antwoord. Beide zijn correct. Met betrekking tot diploma’s, getuigschriften en andere (officiële) bewijsstukken die iemand moet kunnen laten zien, wordt in de standaardtaal in België het werkwoord voorleggen gebruikt. Standaardtaal in Nederland is een diploma (et cetera) overleggen.
Wat is de synoniem van overleggen?
overleggen (ww): afstaan, deponeren, fourneren, inleveren, overdragen, overhandigen, ter hand stellen, tonen, voorleggen. overleggen (ww): afspreken, bediscussiëren, bepraten, beraadslagen, bespreken, bomen, concerteren, confereren, overleg plegen, parlementeren, ruggespraak houden, vergaderen.