Inhoudsopgave
Wat is een gotiek?
De stijlperiode in de Europese kunst van ongeveer 1150 tot 1500 is bekend als ‘gotiek’. Deze term ontstond tijdens de daaropvolgende renaissance, en had een negatieve betekenis. De Italianen noemden de bouwkunst van boven de Alpen namelijk gotico, naar de ‘barbaarse’ voorouders van de Noord-Europeanen, de Goten.
Waar is de gotische bouwkunst ontstaan?
Maar over het algemeen plaatst men het begin van de gotiek in Frankrijk omstreeks 1140 omdat toen begonnen werd met de bouw van de eerste gotische bouwwerken, zoals de Koor van de kathedraal van Saint-Denis en de kathedraal van Sens.
Wat betekent roosvenster?
Een roosvenster is een cirkelvormig venster, meestal met rozetvormig maaswerk, dat bij kathedralen of andere kerkgebouwen uit diverse stijlperiodes voorkomt. Een roosvenster bevat vaak glas in lood, meestal met gebrandschilderd glas.
Wat is luchtbogen?
Boogdeel dat de druk van dak en gewelven naar buiten leidt, waar deze door steunberen wordt opgevangen. De luchtboog was een van de vernieuwingen in de gotische bouwkunst waardoor kerken steeds hoger konden worden.
Wat zijn de kenmerken van de gotische bouwstijl?
Kenmerkend voor de gotische architectuur zijn de veelvuldig geplaatste spitsbogen, de smalle hoge glasramen, roosvensters en baldakijnen.
Is Gotische architectuur Kenmerkend?
Een essentieel kenmerk van gotische architectuur is de drang de hoogte in te willen bouwen. Ook de behoefte om veel licht naar binnen te halen is kenmerkend. Het was kunst uit de ‘donkere’ middeleeuwen, waarin de esthetische principes van de klassieke oudheid geheel genegeerd leken te worden.
Wat waren de kenmerken van de gotiek?
Er waren grote regionale verschillen met een duidelijke chronologische ontwikkeling. Ondanks deze verschillen zijn er ook gemeenschappelijke kenmerken. De belangrijkste eigenschappen van de gotiek zijn de ‘drang naar verticaliteit’ en naar ‘licht’. Dat licht werd binnengehaald door hoge vensters en grote roosvensters.
Wat is de gotiek in de bouwkunst?
Gotiek (bouwkunst) De gotiek is de naam voor een laatmiddeleeuwse stijl toegepast in de periode 1140-1500 in de beeldende kunsten en de architectuur, die vooral aanwezig is in kerkgebouwen. Kenmerkend is onder andere het gebruik van spitsbogen bij raam- en deuropeningen en gewelven.