Wat is een GVV?

Wat is een GVV?

Een gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is als publieke vastgoedvennootschap met een apart REIT-statuut onderworpen aan een strikte wetgeving met het oog op de bescherming van de aandeelhouders en andere stakeholders.

Welke GVV kopen?

Kies je voor een GVV die dicht tegen de 80% blijft, dan is de kans op een stabiel dividend veel groter. Een belangrijke factor is ook het dividendrendement. Koop je een GVV voor 20 euro en wordt er 1 euro dividend uitgekeerd, dan is het dividendrendement 5%.

Wat zijn GVV’s?

Een gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) is een bedrijf dat belegt in vastgoed. Dat kunnen kantoren, opslagruimtes, baanwinkels, woningen of gronden zijn. Specifiek aan een GVV is dat ze minstens 80 procent van haar operationeel resultaat als dividend moet uitkeren.

Wat is een vastgoedvennootschap?

Een patrimoniumvennootschap is een mogelijkheid om met een vennootschap in vastgoed te investeren. Zo’n vennootschap is bedoeld voor het beheer van zowel roerend als onroerend vermogen. Het is belangrijk om te weten dat dit geen aparte soort vennootschap is, maar elke vorm kan aannemen, zoals een nv of bvba.

Hoe geld uit de vennootschap halen?

Dit kan op verschillende manieren:

1. Bezoldiging.
2. Dividend.
3. Intresten van een lening.
4. Sociale voordelen.
5. Verhuren van een onroerend goed.
6. Verhuren van een roerend goed.
7. Uw vennootschap privékosten ten laste laten nemen.
8. Forfaitaire onkostenvergoeding.

Hoe reserves uit vennootschap halen?

Een liquidatiereserve Een liquidatiereserve is een reserve die kleine vennootschappen kunnen aanleggen met (een deel van) de winst. Daarop geldt er een afzonderlijke vennootschapsbelasting van 10%. Na vijf jaar kan een vennootschap die reserve uitkeren tegen 5% roerende voorheffing.

Hoeveel loon uitkeren uit vennootschap?

Als bedrijfsleider van een vennootschap keer je jezelf waarschijnlijk een loon uit. In principe bepaal je zelf het bedrag van je loon, en is er geen minimum- en maximumplafond. Hoe lager je inkomen, hoe minder sociale bijdragen je betaalt en omgekeerd.