Inhoudsopgave
Wat is geschied?
GESCHIEDEN, (geschiedde, is geschied), gebeuren. voorvallen wat is er geschied?; het geschiedde zonder mijne toestemming, — wedervaren, overkomen u zal geen leed geschieden; — gedaan, verricht worden Uw wil geschiede; hem geschiedt daarmee geen ondienst.
Kan geschieden?
geschieden (ww): gebeuren, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, spelen, tot stand komen, voorkomen, voorvallen, zich afspelen, zich voltrekken, zich voordoen.
Wat betekent het kwaad is al geschied?
het is al gebeurd; het is te laat om er nog iets aan te doen. Voorbeelden: De fiscus, en nu ook het gerecht, leggen de banken het vuur na aan de schenen.
Wat betekent gebeuren?
pseudo-achtervoegsel met de bet. ‘gebeurtenis’ of ‘reeks van gebeurtenissen’ (meestal met de indicatie ‘plechtig’ of ‘een diepe indruk makend’); alles wat te maken heeft met iets of zich ergens afspeelt (aangeduid door hetgeen vooraf gaat).
Wat is alvorens?
alvorens (vw): aleer, voor, vooraleer, voordat. alvorens (bw): eerst, vooraf.
Wat betekent voorval?
voorvallen – Werkwoord 1. ergatief bij verrassing of ongeluk gebeuren ♢ Wat er toen voorviel heeft nog lang de gemoederen bezig gehouden. voorvallen – Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord voorval Synoniemen geschieden, plaatshebben, gebeuren,…
Wat er ook gebeurt synoniem?
(gebeurd), voorvallen, geschieden. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: gebeuren (ww): geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, spelen, toegaan, vallen, verlopen, voorkomen, voorvallen, wedervaren, zich afspelen, zich voltrekken, zich voordoen.
Wat is de stam van gebeuren?
Het werkwoord ‘gebeuren’ is een zwak werkwoord, wat betekent dat in de verleden tijd -de wordt toegevoegd aan de stam van het werkwoord. De stam van gebeuren is ‘gebeur’. Nu de stam bekend is, is het ook eenvoudig om te bepalen of er een -t of een -d achter geplaatst moet worden.
Wat is een minnaar?
Het begrip minnaar heeft 3 verschillende betekenissen: 1) man in een seksuele relatie. man die een intieme, vaak seksuele relatie met iemand onderhoudt; man met wie iemand een intieme, vaak seksuele relatie heeft; man in een intieme, vaak seksuele relatie; man door wie iemand wordt bemind. 2) buitenechtelijke geliefde.
Wat is een ander woord voor gebeurtenis?
geval (zn) : aangelegenheid, affaire, case, casus, gebeurtenis, historie, kwestie, omstandigheid, situatie, toestand, toeval, voorval, zaak. belevenis (zn) : avontuur, ervaring, evenement, gebeuren, gebeurtenis, lotgeval, perikel, wedervaren, wederwaardigheid.