Inhoudsopgave
Wat is goed en wat is fout?
Er zijn geen duidelijke regels die bepalen of een actie goed of slecht is, maar de deugdethiek heeft bepaalde deugden die mensen die goed leven hebben. De vier belangrijkste deugden van de deugdethiek zijn: wijsheid, rechtvaardigheid, moed en zelfbeheersing.
Wat is een menselijk falen?
Van een menselijke fout of menselijk falen is sprake als men er niet in slaagt een voorgenomen doel te bereiken.
Wat is slecht gedrag?
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Hoe bereken je een type 2 fout?
De kans op een type-2 fout, oftewel 1 – de power, kun je berekenen als je weet ten opzichte van welke effect size je die kans wil berekenen. De kans op een type-2 fout is, met een gemiddelde effect size, en 40 proefpersonen, dus 1 – . 338 = . 66%.
Wie bepaalt wat goed of fout is?
Het gaat allebei over de grens tussen correct en incorrect, en wie die bepaalt. Het juridische antwoord op de vraag moet zijn: dat is eigenlijk niet goed geregeld. Je kunt op het standpunt staan dat de overheid de grenzen van de Standaardtaal bepaalt, al zal niet iedereen dat een goed idee vinden.
Hoeveel fouten per dag?
Mensen maken op elke 200 tot 20.000 handelingen een fout. Het aantal fouten is te reduceren, maar niet te elimineren. Alleen het escaleren van een fout is te voorkomen door een goed ingerichte werkwijze met ingebouwde barrières.
Wat is gezagsondermijnend gedrag?
Gezagsondermijnend is een synoniem van subversief Met gezagsondermijnend gedrag wordt gedrag bedoeld dat zich niet houdt aan het huidige gezag.
Wat is een normaal gedrag?
Uitingen die als gewoon, standaard of gemiddeld worden aangemerkt. Zij kunnen zich op een breed terrein voordoen en op iedere samenleving.
Hoe bereken je type 1 fout?
Type 1 fout betreft de kans op het ten onrechte verwerpen van H0 dus onder aanname van p=0,50. Je doet 20 experimenten. Die eenzijdige toets is wat vreemd omdat je nulhypothese dan eigenlijk p 0,50 zou moeten zijn. Het kritiek gebied bestaat nu uit die waarden uiterst rechts waarvan de kans net onder de 0,05 blijft.
Hoe groot is de kans op een type 1 fout?
De kans op een type-I-fout (α) wordt door de onderzoeker gekozen. Meestal hanteert men een α = 0,05; met andere woorden men accepteert 5% kans dat men een gevonden verschil onterecht ‘significant’ noemt. De type-I-fout hangt dus samen met het gekozen significantieniveau (p-waarde).