Inhoudsopgave
Wat is publieke geldschepping?
2. Wat is geldschepping? Geldschepping betekent dat de hoeveelheid geld in handen van het publiek – particulieren, ondernemingen en overheid – toeneemt; banken horen, als geldscheppende instellingen, niet bij het publiek. Geld “in de kluis” van een bank telt dus niet mee bij de geldhoeveelheid.
Wat is de maatschappelijke geldhoeveelheid?
Het Nederlandse CBS definieert het begrip maatschappelijke geldhoeveelheid als volgt: “De in omloop zijnde bankbiljetten en munten en tegoeden die onmiddellijk in contanten kunnen worden omgewisseld of die kunnen worden gebruikt voor girale betalingen.”
Wat is het verschil tussen M1 en M3?
M2: ’tussenliggende geldhoeveelheid’; M1 plus kortlopende deposito’s met een looptijd tot 2 jaar, alsmede deposito’s met een opzegtermijn tot 3 maanden. M3: ruime geldhoeveelheid; M2 plus repo’s, aandelen in geldmarktfondsen en korte schuldbewijzen met een looptijd tot 2 jaar.
Wat is het Liquiditeitspercentage?
is de hoeveelheid kasgeld (+ tegoed bij DNB) uitgedrukt als percentage van de rekening-courant verplichtingen. Het geeft dus aan hoeverre een bank aan haar kortlopende schulden kan voldoen.
Wie bepaalt de maatschappelijke geldhoeveelheid?
We kunnen de maatschappelijke geldhoeveelheid aflezen op de bankbalans van DNB en banken. (180 – 10): de centrale bank heeft voor 180 mld. in omloop gebracht, maar 10 miljard is in handen van de algemene banken en is dus niet in handen van het publiek.
Wat zijn geldscheppende instellingen?
instellingen die in staat zijn eigen verplichtingen met geldkarakter in omloop te brengen (➝geldschepping). Zij hebben op hun balansen passiva, die in het maatschappelijk verkeer als ➝geld dienst doen.
Wat zijn secundaire liquiditeiten?
Kortlopende vorderingen van het publiek op geldscheppende instellingen die gemakkelijk in grote hoeveelheden zonder koersverlies in primaire liquiditeiten zijn om te zetten.
Wat betekent M1 M2 M3?
Indicatoren van het maatschappelijke geldvolume. Geld in diverse vormen dat al of niet in omloop is in de maatschappij.
Wat is het verschil tussen M1 en M2?
M2 is een onderdeel van de geldhoeveelheid (M). Naast M1, wat staat voor cash buiten de banken in de particuliere sector plus deposito’s op lopende rekeningen, vallen ook tegoeden op spaarrekeningen, rekeningen op de geldmarkt, beleggingsfondsen voor particulieren en spaardeposito’s tot $100.000 onder M2.
Wat is het gevaar van een te laag Liquiditeitspercentage?
Banken kunnen krediet verlenen, zolang zij maar boven dit minimale percentage blijven. Stel dat DNB een minimaal liquiditeitspercentage van 20% voorschrijft. Tegenover de € 70 mln. liquide middelen die de bank heeft, mogen dan € 350 mln.