Inhoudsopgave
Wat is vinden in de tegenwoordige tijd?
De vorm lijkt dan meestal sterk op het voltooid deelwoord….Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd.
| Onderwerp | Persoonsvorm | Voorbeeld |
|---|---|---|
| hij/zij/het | ik-vorm + t | hij vindt |
| wij | hele werkwoord | wij vinden |
| jullie | hele werkwoord | jullie vinden |
| zij | hele werkwoord | zij vinden |
Wat is het voltooid deelwoord van vinden?
vinden/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van vinden | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | |
| voltooid | toekomend | gevonden zullen hebben |
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | |
| vindend | gevonden |
Wat voor werkwoord is vinden?
Alle vervoegingen van het werkwoord vinden
| infinitivus infinitive | presenstegenwoordige tijd present tense | vertalingengelse vertaling english translation |
|---|---|---|
| uitvinden | vind uit vindt uit | to invent to find out |
| weervinden | vind weer vindt weer | |
| ondervinden | ondervind ondervindt | to experience |
Wat vond Of vondt?
Voor de spelling is het belangrijk om te weten dat ook deze werkwoorden in de verleden tijd slechts één vorm hebben voor enkelvoud en één voor meervoud. Het is ‘hij vond’ (en niet ‘hij vondt). Hierop is één uitzondering, maar die is al behoorlijk aan het uitsterven: de gij-vorm heeft wel een toegevoegde t.
Hoe schrijf je Hij vond?
Het is best makkelijk! Als het gaat om de ik-vorm schrijf je het werkwoord altijd alleen met een d. Als het gaat om de hij-/zij- of het-vorm schrijf je dt. (Let op: er komt nooit dt achter een werkwoord, alleen een t.
Hoe vervoeg je het werkwoord vinden?
Vervoeging van vinden
- Onvoltooid tegenwoordige tijd. ik vind.
- Onvoltooid verleden tijd. ik vond.
- Voltooid tegenwoordige tijd. ik heb gevonden.
- Voltooid verleden tijd. ik had gevonden.
- Toekomende tijd I. ik zal vinden.
- Toekomende tijd II. ik zal gevonden hebben.
- Conditionalis I. ik zou vinden.
- Conditionalis II. ik zou hebben gevonden.
Is het blies of blaasde?
luchtstroom veroorzakenBewerken
| vervoeging van de bedrijvende vorm van blazen | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | lang | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | blaas | blazen |
| verleden (o.v.t.) | blies | bliezen |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal blazen | zullen blazen |
Waar ik blij van wordt of word?
Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat. Voorbeelden: Ik word blij van alle mogelijkheden.
Hoe schrijf je vind jij?
Is het onderwerp ‘ik’? Dan schrijf je aan het eind van het werkwoord alleen een d. Goed: Ik vind deze schoenen erg mooi. Fout: Ik vindt deze schoenen erg mooi.
Is het je vind of je vindt?
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w). Als je vervangen kan worden door jij, is je het onderwerp.
Hoe vind je het werkwoord in de zin?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. Ik fiets naar school. Het hele werkwoord is fietsen. Wij spelen met de blokken.