Inhoudsopgave
Wat vond Luther dat er moest veranderen in de katholieke kerk?
In het kort: Luther publiceert op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen. Het is een betoog waarin hij zich afzet tegen de aflaathandel en de geldzucht van de rooms-katholieke kerk. De 95 stellingen van Luther vallen niet overal goed. Zowel de paus als keizer Karel V verbannen hem.
Wat is het verschil tussen de katholieke en protestantse kerk?
Protestanten beroepen zich op het gezag van de Bijbel alleen. Rooms-katholieken daarnaast ook op het kerkelijke leergezag en de traditie. Protestanten hebben geen paus, bisschoppen en priesters, een hiërarchie zoals in de rooms-katholieke kerk. Protestanten hebben geen beelden in hun kerk en vereren geen heiligen.
Wie voerden de Beeldenstorm uit?
De Beeldenstorm was een vernieling op grote schaal van heiligenbeelden en andere objecten van katholieke religieuze plaatsen door protestanten in de Lage Landen, die plaatsvond tussen 10 augustus en oktober 1566.
Hoe worden de aanhangers van Luther en Calvijn genoemd?
Johannes Calvijn, geboren als Jehan Cauvin (Noyon, 10 juli 1509 – Genève, 27 mei 1564), was een Frans-Zwitserse christelijke theoloog tijdens de reformatie, naar wie een protestants-christelijke stroming, het calvinisme, is genoemd.
Waar denken de katholieke en protestantse christenen anders over?
Ondanks grote interne verschillen hadden de protestanten hun afkeer van het katholicisme gemeen. Ze waren het niet eens met de visie dat de kerk God vertegenwoordigt en tussen God en de gewone gelovige staat. Volgens de protestanten staat elk mens rechtstreeks in contact met God.
Wat is het verschil tussen rooms en katholiek?
Rooms komt van de stad Rome, waar de paus woont. En omdat de paus de leider van alle katholieken is, is het de Rooms-Katholieke Kerk. Als een kerk rooms-katholiek is wordt dat met kleine lettertjes geschreven. Rooms-katholieken worden ook wel katholieken genoemd.
Wat houdt het smeekschrift der edelen in?
Op 5 april 1566 bood Hendrik van Brederode namens 200 edelen het zogenaamde ‘smeekschrift der edelen’ aan, aan de Spaanse landvoogdes van de Nederlanden, Margaretha van Parma. In niet mis te verstane bewoording was het een verzoek om religieuze tolerantie en opschorting van de vervolgingen van de Inquisitie.