Wat zijn de 14 staties?
Een kruisweg stelt de gelovige in staat stil te staan bij de belangrijkste gebeurtenissen van deze lijdensweg aan de hand van 14 kruiswegstaties (van het Latijn statio, dat halteplaats betekent). Het idee van een kruisweg is dat de gelovige zo in gebed de Via Dolorosa kan doorlopen zonder in Jeruzalem te zijn geweest.
Hoeveel staties zijn er in de kruisweg?
Traditionele veertien Staties Jezus neemt het kruis op zijn schouders. Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis. Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder. Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen.
Hoe heet de man die het kruis voor Jezus droeg?
Simon van Cyrene was, naar het schijnt, een willekeurige voorbijganger die de Romeinse soldaten nodig hadden om Jezus’ kruis, of althans een deel daarvan, te dragen.
Waar is het kruis van Jezus?
Golgotha (ook: Golgota of in het Grieks Γολγοθᾶ, Golgothè) is de plaats buiten de toenmalige muren van Jeruzalem waar Jezus van Nazareth volgens de evangeliën is gekruisigd. Golgota betekent schedelplaats.
Wie heeft Jezus van het kruis gehaald?
Dit werd gevolgd door het proces tegen Jezus en uiteindelijk diens executie door kruisiging op bevel van de Romeinse prefect Pontius Pilatus.
Wie heeft Jezus geholpen?
In het evangelie van Marcus, Matteüs en Lucas wordt Simon van Cyrene genoemd. Tijdens de kruisweg van Jezus wordt hij gedwongen het kruis te dragen. Kort hiervoor was Jezus veroordeeld tot de kruisdood.
Wie is Simon uit de Bijbel?
Sint Simon was een van de twaalf mannen die door Jezus werden aangesteld tot apostel. In de lijst van de Twaalf Apostelen in de evangeliën van Marcus en Mattheüs wordt Simon als elfde genoemd. Daarbij wordt ook zijn bijnaam vermeld.
Hoe zwaar was het kruis van Jezus?
Naar afmetingen was de opstaande balk ongeveer tussen 1,8 en 2,4 meter hoog en de dwarsbalk tussen 1,5 en 1,8 meter lang. Kruisen konden meer dan 120 kilogram wegen, waarbij het patibulum soms al tot 60 kilogram zwaar kon zijn.
Wie staan er bij het kruis?
Jezus’ moeder Maria en zijn moeders zus, Maria van Klopas en Maria Magdalena stonden bij het kruis. Jezus zei tegen Maria: ‘Dat is uw zoon’, en tegen de geliefde discipel: ‘Dat is je moeder. ‘