Inhoudsopgave
Wat zijn de bouwstenen van DNA?
DNA bestaat namelijk uit nucleïnezuren. Een nucleïnezuur is opgebouwd uit verschillende nucleotiden. Een nucleotide is weer opgebouwd uit een suikergroep, namelijk desoxyribose, een fosfaatgroep en een stikstofbase. DNA heeft vier verschillende stikstofbasen: cytosine (C), guanine (G), adenine (A) en thymine (T).
Wat is een Structuurgen?
De term ‘structuurgen’ wordt gebruikt om in prokaryoten een gen aan te geven dat codeert voor een RNA of eiwit dat betrokken is bij een bepaalde activiteit in de cel. Op die manier kan de expressie van zo’n groepje samenwerkende genen als geheel gereguleerd worden. Zo’n groep wordt wel een operon genoemd.
Welke groep zit aan het 3 einde van een streng DNA nucleotiden?
Een heel klein wormpje heeft bijvoorbeeld 19.099 genen en de mens 21.000. Aan het 5′-einde van een DNA-streng zit de losse –CH2OH groep, waar de fosfaatgroep aan gekoppeld wordt. Aan het 3′-einde zit een –CHOH groep als onderdeel van de ribosering waar de fosfaatgroep aan gekoppeld wordt.
Wat heeft fosfaat met DNA te maken?
In een DNA- of RNA-streng bindt de fosfaatgroep aan het derde koolstofatoom van de suikergroep van het vorige nucleotide. De keten van suiker- en fosfaatgroepen die zo ontstaat, is de ‘ruggengraat’ van de streng.
Hoe komt DNA tot stand?
Vrijwel alle erfelijke eigenschappen komen via transcriptie en translatie tot uiting door de werking van bepaalde enzymen die in de cellen worden gesynthetiseerd. Alle lichaamscellen bevatten een identieke hoeveelheid DNA en ze zijn in staat duizenden verschillende enzymen te produceren.
Welk RNA reguleert genexpressie?
Genregulatie bij prokaryoten Langs structuurgenen kan transcriptie plaatsvinden voor de vorming van mRNA, tRNA en rRNA. Onder invloed van deze RNA-moleculen worden in de ribosomen eiwitten gesynthetiseerd. Bij veel prokaryoten coderen bepaalde structuurgenen voor enzymen.
Welk eiwit wordt geproduceerd door een regulator gen?
Een regulatoreiwit is een eiwit dat een moleculair biochemische proces reguleert. Een regulatoreiwit kan het proces activeren of remmen (activator of repressor). Hetzelfde regulatoreiwit kan soms als activator voor het ene operon en voor een ander operon als repressor werken.