Inhoudsopgave
Wat zijn de gevaren van straling?
Wat zijn de gevaren van straling?
- UV-straling: UV-straling kan zonnebrand, veroudering van huidcellen en schade aan de ogen veroorzaken.
- Zichtbaar licht: door een teveel aan zichtbaar licht kan schade aan de ogen ontstaan.
- Infrarood licht: infrarood licht kan diep in de huid en ogen doordringen.
Wat veroorzaakt ioniserende straling?
Ioniserende straling komt aan zijn energie door verval binnen atomen of atoomkernen. De belangrijkste soorten ioniserende straling zijn alfa-, bèta-, gamma- en röntgenstraling. · Bètastraling bestaat uit positieve en negatieve geladen deeltjes (positronen en elektronen) die door een atoomkern worden uitgezonden.
Waarom is ioniserende straling een betere benaming dan radioactieve straling?
De straling ontstaat voornamelijk bij radioactiviteit, dit is het spontane uiteenvallen van atoomkernen. Ioniserende straling wordt in de volksmond vaak ‘radioactieve straling’ genoemd, maar dit is eigenlijk een verkeerde term, want ‘radioactief’ betekent letterlijk ‘actief straling uitzendend’.
Welke 3 soorten ioniserende straling er zijn?
De kernmerken zijn voor allemaal uniek:
- Alfastraling. Deze straling komt voort uit een atoomkern en is een deeltje dat bestaat uit twee protonen en twee neutronen.
- Bètastraling.
- Gammastraling.
- Röntgenstraling.
Wat zijn de gevaren van straling voor het milieu?
Nadelen
- Het grootste nadeel van kernenergie is het radioactieve afval uit een centrale, maar ook het afval van uraniumwinning en het sloopafval na sluiting van een kerncentrale zijn radioactief.
- De kans op een ernstig ongeval is weliswaar klein, maar de mogelijke gevolgen zijn groot.
Wat is de sterkste straling?
gammastraling (γ-straling)
Wat is het verschil tussen bestraling en radioactieve besmetting?
Komen we fysiek in contact met radioactieve stoffen, dan spreken we over een radioactieve besmetting. In tegenstellng tot bestraling, kan besmetting overgedragen worden (via ingeademde lucht of door het eten van besmette voedingsmiddelen). Zolang de radioactieve bron niet wordt verwijderd, blijft de besmetting bestaan.