Inhoudsopgave
- 1 Wat zijn de gevolgen van een onveilige hechting?
- 2 Wat is een onveilige hechting?
- 3 Hoe omgaan met onveilige hechting?
- 4 Wat zijn de symptomen van een hechtingsstoornis?
- 5 Wat zijn de symptomen van Hechtingsproblematiek?
- 6 Wat is een hechtingsstoornis?
- 7 Hoe verloopt het hechtingsproces?
- 8 Kan een hechtingsstoornis overgaan?
Wat zijn de gevolgen van een onveilige hechting?
Mogelijke gevolgen van een onveilige hechting
- moeite heeft met anderen vertrouwen;
- minder neiging heeft tot exploratie;
- een laag zelfbeeld ontwikkelt;
- moeite heeft met interpretatie en het overzien van situaties;
- minder goed begrijpt hoe de wereld werkt;
- het gevoel heeft er alleen voor te staan en zich eenzaam voelt.
Wat is een onveilige hechting?
Een kind dat onveilig gehecht is, heeft geen vertrouwen in anderen en zichzelf. Dit heeft gevolgen voor het aangaan en in stand houden van relaties. Een onveilig gehecht kind verkent de omgeving minder en leert minder. Hechtingsproblematiek heeft dus een negatief effect op de cognitieve ontwikkeling.
Hoe behandel je een hechtingsstoornis?
De belangrijkste interventie voor kinderen met een hechtingsstoornis is dat zij een emotioneel beschikbare hechtingsfiguur krijgen, waarmee zij positieve interacties kunnen aangaan. Dit kan alleen als het kind zeker is van een veilige en stabiele plek.
Hoe omgaan met onveilige hechting?
,,Een ernstige hechtingsstoornis kun je niet oplossen. Het enige wat je kunt doen is de innerlijke onrust managen. Als je altijd prikkels nodig hebt, kun je besluiten geen vaste relaties aan te gaan. Of vind een passende manier om samen de relatie spannend te houden.
Wat zijn de symptomen van een hechtingsstoornis?
2 typen kind met een hechtingsstoornis
- Veel contact zoeken (allemansvriend)
- Egocentrisch zijn.
- Vriendschappen aangaan en onderhouden is moeilijk.
- Niet in staat zijn om relaties in stand te houden.
- Druk, ongeconcentreerd en impulsief.
- Niet veel geleerd hebben van eerdere ervaringen.
- Snel boos en gefrustreerd raken,
Wat heeft responsiviteit met hechting te maken?
Hechtingsfiguren moeten sensitief-responsief zijn. Sensitieve responsiviteit wil zeggen: dat hechtingsfiguren in het leven van je kind gevoelig (sensitief) moeten zijn voor wat het kind nodig heeft. en tegelijkertijd een passend antwoord hebben (responsief zijn) op wát het kind dan nodig heeft.
Wat zijn de symptomen van Hechtingsproblematiek?
Hechtingsstoornis kenmerken en symptomen het kind is voortdurend op zoek naar bevestiging. het kind is bang om in de steek gelaten te worden. het kind heeft ernstige gedragsproblemen, zoals agressief gedrag, weglopen, conflicten, drugsgebruik, spijbelen, schoolverlaten, overlast, politiecontacten etc.
Wat is een hechtingsstoornis?
Het kind heeft moeite om relaties met de ouders of verzorgers aan te gaan. Op latere leeftijd kan het kind ook moeite krijgen met vriendschappelijke relaties. Kinderen met hechtingsproblemen reageren afwijzend op sociaal contact, laten zich moeilijk troosten en tonen grensoverschrijdend gedrag.
Is Hechtingsproblematiek te genezen?
Behandeling bij een hechtingsstoornis probeert het vertrouwen met jezelf en anderen te herstellen. Problemen in de gehechtheid schreeuwen om aandacht. Gehechtheid blijft mogelijk, ook als je ouder bent. We proberen de oude ervaringen te verwerken en nieuwe ervaringen rond nabijheid toe te laten.
Hoe verloopt het hechtingsproces?
In de theorie van Ainsworth wordt onderscheid gemaakt tussen vier hechtingsstijlen:
- Veilige hechting: er bestaat evenwicht bij het kind tussen nabijheid zoeken met de ouder en exploratie.
- Vermijdende hechting (georganiseerd onveilig gehechtheidspatroon): er is minimaal contact tussen de ouder en zijn kind.
Kan een hechtingsstoornis overgaan?
Een verstoorde gehechtheid kan overgaan in een hechtings stoornis als dit niet voldoende snel op de goede manier wordt aangepakt en vormt vooral een risico voor ongewenst of zelfs problematisch gedrag. Het gedrag van een kind met een hechtingsstoornis vertoont vaak veel overeenkomsten met kinderen met ASS of ADHD.
Wat houdt een hechtingsstoornis in?