Inhoudsopgave
Wat zijn de gevolgen van tramadol?
De meest voorkomende bijwerkingen van tramadol zijn misselijkheid, braken en obstipatie. Ook kan slaperigheid, verwardheid en hoofdpijn voorkomen. Minder voorkomende bijwerkingen zijn diarree, flauwvallen en vermoeidheid. Hartkloppingen, benauwdheid en jeuk of uitslag zijn ook minder voorkomende bijwerkingen.
Kan je depressief worden van tramadol?
Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u. Dit treedt alleen op bij hoge doseringen tramadol. Psychische klachten, zoals in de war zijn (verwardheid), moeite met slapen, nachtmerries en depressiviteit kunnen voorkomen. Heeft u hier veel last van, raadpleeg dan uw arts.
Kan tramadol met paroxetine?
Voor de praktijk geldt dat met name de combinatie van mao-remmers (monoamineoxidase) met de genoemde opiaten vermeden moet worden. Daarnaast moet de combinatie van paroxetine of fluoxetine met tramadol vermeden worden vanwege een negatieve impact van deze middelen op de pijnstillende werking van tramadol.
Kan tramadol jeuk veroorzaken?
Soms komen de volgende bijwerkingen van tramadol voor: Effecten op hart en bloedcirculatie, zoals hartkloppingen, snelle hartslag en flauwvallen. Maagklachten, opgeblazen en drukkend gevoel in de maag, diarree en braakneiging. Huidreacties, zoals jeuk en huiduitslag.
Is paroxetine een antidepressivum?
De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals paroxetine. Paroxetine vermindert de kans op, en ernst van, een paniekaanval.
Hoe kan ik stoppen met tramadol?
Onthoudingsverschijnselen zijn: onrust, diarree, hartkloppingen, loopneus, niezen, kippenvel, zweten, rillen, gapen, verlies van eetlust, misselijkheid en maagkrampen. Om deze onthoudingsverschijnselen te minimaliseren kun je de tramadol langzaam afbouwen in een periode van bijvoorbeeld vier tot zes weken.
Hoe snel zijn medicijnen uit het lichaam?
Het hangt onder meer af van de tijd die nodig is voordat de helft van het medicijn uit het lichaam is verdwenen (de eliminatie-halfwaardetijd). Daarbij is de vuistregel dat na 5x de halfwaardetijd de stof uit het bloed is.