Wat zijn de ribben van een kubus?
Een ribbe is de lijn waarop 2 deelvlakken van een figuur elkaar raken. Bij deze kubus zie je bijvoorbeeld dat CD de lijn is tussen de vlakken ABCD en CDHG. Omdat de lijn de grens tussen twee vlakken is, noemen we het een ribbe. Een kubus heeft altijd twaalf ribben en deze ribben zijn altijd gelijk.
Wat zijn de grensvlakken van een kubus?
Van een kubus zijn alle grensvlakken platte vlakken, een bol bijvoorbeeld heeft alleen één gebogen grensvlak en geen ribben, een kegel heeft één plat cirkelvormig grensvlak (het grondvlak) en één gebogen grensvlak. De kegel heeft één hoekpunt, de top.
Wat is een zijvlak van een kubus?
Een kubus is een balk met gelijke ribben en heeft daarom zes vierkante zijvlakken, twaalf ribben en acht hoekpunten.
Hoe bereken je de ribben van een kubus?
Het aantal ribben r in een veelvlak is, wanneer het aantal zijvlakken z en het aantal hoekpunten h van het veelvlak bekend zijn, met de formule van Euler h + z = r + 2 te berekenen: r = h + z – 2.
Hoe bepaal je het volume van een kubus?
De inhoud heeft daarom de eenheid m 3. De inhoud van een kubus kun je simpelweg bereken door lengte * breedte * hoogte te doen! In onze voorbeeldkubus zou je dan 3 * 3 * 3 = 27 m 3 moeten doen!
Welke vormen hebben de grensvlakken?
Van een kubus zijn alle grensvlakken platte vlakken, een bol bijvoorbeeld heeft alleen één gebogen grensvlak en geen ribben, een kegel heeft één plat cirkelvormig grensvlak (het grondvlak) en één gebogen grensvlak.
Welke vorm hebben zijvlakken?
Prisma’s zijn ruimtefiguren die bestaan uit voornamelijk rechthoekige zijvlakken. Hoeveel rechthoekige zijvlakken er zijn staat niet vast, dit kunnen er bijvoorbeeld 3, 4, 5 of meer zijn. Elke prisma heeft echter 2 zijvlakken die niet rechthoekig zijn, maar een andere vorm hebben.
Hoe bereken je de mantel van een kubus?
Bij een kubus zijn alle ribben gelijk. De oppervlakte is gelijk aan de som van alles zijvlakken. Dus je kan de oppervlakte van 1 zijvlak uitrekenen en vermenigvuldigen met 6. Dus de formule = zijde maal zijde maal 6.
Hoe bepaal je het volume van een voorwerp?
Volume: twee manieren:
- Gewoon uitrekenen. V = l * b * h Volume = lengte x breedte x hoogte LET OP geen dm met cm vermenigvuldigen. V = oppervlakte x hoogte. Je hoeft niet de opp te.
- Onderdompelen. Stand van het water aflezen , voorwerp onderdompelen en dan weer de stand van het water aflezen. Het verschil is het volume.