Inhoudsopgave
Wat zijn glim criteria?
Deze bestond uit de drie kenmerkende (fenotypische) factoren onbedoeld gewichtsverlies, lage Body Mass Index (BMI) en ver- minderde spiermassa en de twee oorzakelijke (etiologische) cri- teria verminderde voedingsinname of -opname, en ziektelast/ inflammatie.
Wat is Wasting?
Wasting: door sociale, psychologische en/of medische problemen eet iemand te weinig. De spiermassa neemt zo’n 20-30% af. Wasting kan optreden bij bijvoorbeeld verwaarlozing, kauw- en slikproblemen, malabsorptie, alcoholisme en anorexia nervosa.
Wat is totale ondervoeding?
Kenmerken van ondervoede patiënten zijn verlies van lichaamsgewicht en spiermassa, daling van de weerstand, verhoogde kans op complicaties, zoals infecties en decubitus en een vertraagde wondgenezing. Deze situatie kan tot een negatieve gezondheidsspiraal leiden.
Wat is glim?
GLIM, m. (Zuidn.) glimp, korte, voorbijgaande glans: een glim van blijdschap.
Hoe wordt ondervoeding gediagnosticeerd?
Om ondervoeding vast te kunnen stellen zijn verschillende screeningtools opgesteld. De bekendste hiervan zijn de SNAQ65+ (Short Nutritional Assessment Questionnaire voor 65-plussers), de MUST (Malnutrition Universal Screening Tool en de MNA-SF (Mini Nutritional Assessment –Short Form).
Welke voedingsstoffen kom je tekort bij ondervoeding?
Bij ondervoeding heeft iemand een tekort aan energie of voedingsstoffen. Dat leidt vervolgens tot een lager gewicht en het slechter functioneren van het lichaam. Dit komt vooral door de afname van de spiermassa en een tekort aan eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen.
Wat is een Cachexie?
Cachexie is een multifactorieel syndroom dat wordt gekenmerkt door een doorgaand verlies van skeletspiermassa (met of zonder verlies van vetmassa) dat niet volledig kan worden gekeerd door conventionele voedingsbehandeling en leidt tot progressieve achteruitgang in functioneren.
Wat zijn de gevolgen van ondervoeding bij ouderen?
Ondervoeding kan gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren van ouderen. Zo kan het moeilijker worden activiteiten, zoals boodschappen doen en traplopen, uit te voeren en is er een grotere kans op vallen. Ook is de kans op complicaties bij ziekte groter en kan het herstel na ziekte langer duren.