Inhoudsopgave
Wat zijn risicofactoren voor trombose?
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Wie zijn gevoelig voor trombose?
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose. Hieronder leest u alles over de risico’s van trombose.
Kun je doodgaan aan trombose?
Ieder uur krijgen 11 mensen trombose. Trombose is een van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland. 1 op de 4 mensen overlijdt aan de directe of indirecte gevolgen van veneuze of arteriële trombose. Bekijk hieronder meer informatie over trombose.
Wat vergroot kans op trombose?
De risicofactoren voor het krijgen van trombose na een grote operatie zijn weinig beweging en langdurige bedrust. Mensen met een verhoogd risico zijn: Rokers. gebruikers van anticonceptiepillen.
Wat kan trombose veroorzaken?
Een trombose kan ontstaan doordat er iets mis is met de wand van een bloedvat, de bloedstroom of de samenstelling van het bloed. Als de wand van een bloedvat is beschadigd, kan gemakkelijk een stolsel ontstaan aan de vaatwand.
Wie heeft verhoogde kans op trombose?
Trombose is zeker leeftijdgerelateerd, dus hoe ouder je bent, hoe meer kans je hebt. Als je jong bent is de kans op trombose ongeveer 1 op 10.000 en als je boven de 60 bent is het 1 tot 2 op 1000. Trombose is een volksziekte. De kans op een longembool ligt ongeveer ook in die orde.
Is trombose blijvend?
Trombose ontstaat in de meeste gevallen in het been. Als de trombose in het been niet goed wordt behandeld, kunnen de aders blijvend beschadigd worden.
Hoeveel mensen sterven aan trombose per jaar?
Trombose is één van de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland. 1 op de 4 mensen in Nederland overlijdt aan trombose.
Wat is de oorzaak van een trombose?
Trombose ontstaat als het systeem van stolling en antistolling uit balans is. In ons bloed zitten stoffen die zorgen voor stolling: als we een wondje hebben maakt het lichaam snel een stolsel aan zodat het bloeden stopt. Op dat moment stopt ook de stolling en wordt een overtollig stolsel weer afgebroken.