Inhoudsopgave
Wat zijn Voornaamwoordelijke werkwoorden?
Idiomatische voornaamwoordelijke werkwoorden (werkwoorden à sens idiomatique) zijn werkwoorden die een andere betekenis krijgen wanneer ze samen met een wederkerend voornaamwoord worden gebruikt.
Is er een bijwoord?
Bijwoorden zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord nader bepalen. Dat wil zeggen: ze geven daar meer informatie over. Er bestaan onder meer: bijwoorden van graad: heel, zeer, nogal, enigszins, hartstikke.
Waaraan aan wat?
We schrijven waaraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.
Waarin of daarin?
We schrijven waarin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. In vraagzinnen met waarin als eerste zinsdeel kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord waarin herkennen aan het feit dat u het kunt vervangen door in wat of in wie.
Is het eraan of er aan?
We schrijven eraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na eraan kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Waarmee of waar mee?
Om naar personen te verwijzen, is zowel met wie als waarmee correct. Het is aan te bevelen om in formele schrijftaal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, met wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
Hoe kun je een bijwoord vinden?
Bijwoorden:
- geven een plaats aan: hier, er, daar, rechts, ergens, nergens.
- geven een tijd aan: nu, soms, plotseling, ’s morgens, gauw, vanavond, daarna.
- zijn woorden als: wel, toch, ook, nog, immers, niet, misschien.
- zijn vraagwoorden als: waar, wanneer, waarom, waardoor, waarmee en hoe. (
- kunnen iets zeggen over:
Wat voor woord is niet?
ontkenning, tegenovergestelde van wel.
Hoe staat het ervoor of er voor?
We schrijven ervoor aan elkaar als het een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ervoor kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Waarin of waarover?
Beide verwijzingen zijn correct. Het gebruik van vormen als waarmee, waarvan, waarover enzovoort om naar personen te verwijzen is algemeen gebruikelijk in spreektaal en het komt ook geregeld voor in informele schrijftaal.
Wat heb je eraan of er aan?
Welk prijskaartje eraan hangt betekenis?
eraan bijwoord Uitspraak: [ɛr’an] aan (het eerder of later genoemde) Voorbeelden: `Wat een mooie jas. Welke prijs staat er op het kaartje dat eraan hangt?`, `Eraan denken dat je vanmiddag een afspraak hebt.