Inhoudsopgave
Wat zit er in de celkern van een dierlijke cel en plantencel?
In de celkern van een dierlijke cel en een plantencel bevindt zich het DNA (lees hier meer over DNA en de eiwitsynthese). Het DNA bevat alle informatie die we nodig hebben om te kunnen functioneren. Dit DNA wordt gebruikt om alle processen te reguleren. In de celkern wordt een kopie gemaakt van DNA, genaamd RNA.
Waar bevindt zich het DNA van een dierlijke cel en een plantencel?
In de celkern van een dierlijke cel en een plantencel bevindt zich het DNA Een plant heeft naast zonlicht ook water en koolstofdioxide nodig en maakt naast glucose ook zuurstof. Dit proces is eigenlijk het omgekeerde van verbranding. In een (groene) plantencel vinden beide processen plaats.
Wat is een vacuole in een plantencel?
De vacuole is hier ook bij betrokken. De vacuole is een groot organel in een plantencel met als functie het opslaan van verschillende stoffen en water. Door meer water op te nemen (wanneer water aanwezig is) zorgt de vacuole samen met de celwand voor de stevigheid van de plantencel.
Is dierlijke cel kapot knappen?
Een dierlijke cel heeft geen celwand en dus ook geen turgor. Wanneer een dierlijke cel te veel opzwelt, zal deze kapot knappen. Wanneer de osmotische waarde buiten de cel hoger is, zullen zowel de plantencel als de dierencel water naar buiten diffuseren.
Wat is een dierlijke cel?
Dierlijke cel. Een dierlijke cel is een cel zoals die bij dieren voorkomt. Zo’n cel bestaat van buiten naar binnen uit een membraan en het cytoplasma; een celwand zoals bij bacteriën en bij planten ontbreekt. In het cytoplasma bevinden zich de overige celorganellen zoals golgiapparaat, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum.
Wat zijn de vacuolen in het cytoplasma?
In het cytoplasma bevinden zich de overige celorganellen zoals golgiapparaat, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum. Er is zelden een vacuole bij dierlijke cellen, maar wanneer vacuolen aanwezig zijn, zijn het er meerdere die kleiner zijn dan in de plantaardige cel. De cellen sluiten nauw aaneen, er zijn geen intercellulaire ruimten.