Welke antistoffen zijn klinisch relevant?
Om klinisch belangrijke antistoffen te kunnen detecteren moeten de test-erytrocyten daarom homozygoot zijn voor de volgende klinisch relevante antigenen: C, c, D, E, e, k, Fyª, Fyb, Jkª, Jkb, M, S, s (Weisbach, 1999; Bromilow, 1993; Man, 1990). Het K-antigeen moet tenminste heterozygoot aanwezig zijn.
Is een bloedtransfusie gevaarlijk?
Hoewel de risico’s van een bloedtransfusie tot een minimum worden beperkt kunnen deze (ook bij een transfusie van uw eigen bloed) niet helemaal worden uitgesloten. De bijwerkingen die tijdens of na een transfusie kunnen op treden zijn: Een allergische reactie: koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid.
Wat krijg je bij een bloedtransfusie?
Bij een bloedtransfusie krijg je bloed toegediend dat van iemand anders is: een bloeddonor. Bloed bestaat uit meerdere onderdelen: rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Meestal heb je maar een van de onderdelen nodig zoals rode bloedcellen of bloedplaatjes.
Wat wordt bedoeld met Irregulaire antistoffen in relatie tot bloedtransfusie?
Irregulaire antistoffen zijn normaal niet in het bloed aanwezig. Het zijn afweerstoffen tegen andere bloedgroepen dan A en B. Ze kunnen ontstaan na een bloedtransfusie of na een zwangerschap. Soms hebben zwangeren afwijkende antistoffen zonder duidelijke oorzaak.
Wat zijn erytrocyten antistoffen?
Bij erytrocytenimmunisatie bevat het bloed antistoffen tegen niet-lichaamseigen rode bloedcellen, de zogenaamde irregulaire erytrocytenantistoffen ( IEA irregulaire erytrocyten antistoffen ) ofwel bloedgroepantistoffen.
Kan je ziek worden van bloedtransfusie?
Maar honderd procent veilig is onmogelijk, er kunnen soms toch bijwerkingen van de bloedtransfusie zijn. Het is heel zeldzaam, maar soms krijgt iemand na de transfusie een allergische reactie. Je krijgt dan koorts, je gaat bibberen en krijgt rode jeukende plekken op je huid.