Inhoudsopgave
Welke Installatieautomaat heb ik nodig?
Zowel bij een 1 fase aansluiting als bij een 3 fase aansluiting gebruik je voor de gewone groepen een 1 fase installatieautomaat. Alleen bij zware verbruikers zoals een warmtepomp of sauna maak je gebruik van een 3 fase installatieautomaat, ook wel krachtgroep genoemd.
Hoe beschermt een automatische zekering tegen overbelasting en kortsluiting?
Bij een automatische schakelaar bestaat de overstroombeveiliging uit twee in serie geschakelde elementen: een magnetische beveiliging die beschermt tegen kortsluiting. een thermische beveiliging die in actie schiet bij overbelasting.
Wat voor aardlekschakelaar heb ik nodig?
Voor woningen geldt tegenwoordig de regel dat 30mA lekstroom de elektrische installatie achter de aardlekschakelaar moet uitschakelen. U heeft bij een woning dus een component met 30mA lekstroom nodig. De 300mA aardlekschakelaar is verplicht bij: Tijdelijke installaties in fabrieken.
Wat is het verschil tussen een B en C automaat?
Verschil B of C karakteristiek. Een automaat met B karakteristiek is de standaard uitschakelkarakteristiek voor woningen. De C karakteristiek gebruiken we wanneer er sprake is van hogere inschakelstromen. Installatieautomaten en aardlekautomaten zijn componenten die je terugvindt in een meterkast.
Waar staat B16 voor?
Bij kortsluiting schakelt een B16 automaat (Bestel hier eenvoudig) dus uit tussen de 48A en 80A. De uitschakelkarakteristiek van een C-karakteristiek tussen de 5 en 10. Bij kortsluiting schakelt een C16 automaat dus uit tussen de 80 en 160A.
Wat betekent C16?
Een molecuul met zestien koolstofatomen, zie Lijst van brutoformules C16.
Hoe werkt een automatische stop?
Wanneer de accu weer voldoende bijgeladen is, zal het stop- startsysteem weer gaan werken. Snelheid niet boven de 10km/h: wanneer de auto niet harder gereden heeft als 10 km/h voordat deze weer stil staat (bijvoorbeeld kruipen in de file), zal de motor niet afslaan.