Welke organismen halen energie uit de voedselkringloop?
Planten zetten met de zonne-energie bladgroen om in suikers. Deze suikers zijn de brand- en bouwstoffen voor een plant. Zij neemt met haar wortels mineralen (bouwstoffen) op en bouwt zichzelf hiervan. De plant is met dit zelfbouwende en zelf voedsel producerende proces autotroof, dus niet afhankelijk van anderen.
Welke organismen zijn heterotroof?
Een organisme is een heterotroof organisme als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit voedingsstoffen die het betrekt uit organische stoffen, afkomstig van andere organismen. De simpelste heterotrofen zijn eencellige gisten, en veel soorten bacteriën, maar ook alle dieren, inclusief de mens, zijn heterotroof.
Welke organismen hebben zuurstof nodig?
Micro-aerofiele organismen hebben wel zuurstof nodig maar gedijen het best bij lage zuurstofspanning. Aerotolerante organismen zijn in principe anaeroob, maar verdragen wel de aanwezigheid van zuurstof (bijvoorbeeld melkzuurbacteriën).
Hoe wordt de energie in de natuur aan organismen wordt doorgegeven?
De producenten leggen energie vast d.m.v. fotosynthese. In een voedselketen worden deze energierijke stoffen doorgegeven aan de volgende schakel van een voedselketen. Tussen twee schakels wordt er energie verloren door o.a. uitscheiding, verbranding, urine en uitwerpselen.
Welke groep organismen ruimt resten van dode organismen op?
Bacterien zijn de vuilnismannen van de natuur. In de natuur ruimen de bacterien, samen met de schimmels, alle dode organismen op. Zonder bacterien zouden dode planten en dieren voor altijd op de grond blijven liggen. Bacterien zijn ééncellige organismen zonder celkern en met een celwand.
Hebben bacteriën zuurstof nodig?
Zuurstofgehalte: aerobe bacteriën hebben een zuurstofrijk milieu nodig, anders stoppen ze met groeien en delen; anaerobe bacteriën hebben juist een zuurstofarm milieu nodig.
Hebben schimmels zuurstof nodig?
Ze zijn (net als dieren) heterotroof, dat wil zeggen dat ze hun organische bouwstenen voor de celopbouw (groei) nodig hebben en die dus van andere (afgestorven) organismen moeten betrekken. Schimmels zijn aëroob, maar zelfs bij zeer lage zuurstofconcentraties is groei mogelijk.