Inhoudsopgave
Welke tijden zijn er in het Frans?
Bij het vervoegen van de regelmatige werkwoorden hebben we te maken met de volgende tijden:
- Le présent – onvoltooid tegenwoordige tijd, ik loop;
- L’imparfait – onvoltooid verleden tijd, ik liep;
- Le passé composé – voltooid tegenwoordige tijd, ik heb gelopen;
- Le futur proche – tegenwoordige toekomende tijd, ik ga lopen;
Hoe verleden tijd Frans?
Werkwoorden | verleden tijd
| Je suis allé(e) | Ik ben gegaan |
|---|---|
| Tu es allé(e) | Jij bent gegaan |
| Il est allé | Hij is gegaan |
| Elle est allée | Zij is gegaan |
| On est allé(s) | Men is gegaan/we zijn gegaan |
Hoe weet je of een voltooid deelwoord op of eindigt?
De regel van ’t kofschip (x) Als de laatste letter van de stam wel in ’t kofschip staat: het voltooid deelwoord eindigt op -t. Als de laatste letter van de stam niet in ’t kofschip staat: het voltooid deelwoord eindigt op -d.
Wat is imperatief Frans?
Het gebruik van DE GEBIEDENDE WIJS in het Frans De gebiedende wijs kent drie vormen: de TU, NOUS en de VOUS vorm. De TU vorm heeft de uitgang van de 1e persoon enkelvoud van de présent: mange, viens, marche, etc. Dit wordt vertaald met eet, kom, loop. Er komt geen persoonlijk voornaamwoord bij het werkwoord te staan.
Hoe maak je de Futur in het Frans?
De futur wordt gevormd door de onderstreepte uitgangen achter het hele werkwoord te zetten. Je vertaalt deze tijd met ik zal… en niet met ik ga…. Dus: Je travaillerai – ik zal werken.
Hoe weet je of je Etre of avoir moet gebruiken?
Meestal gaat de regel op dat als we in het Nederlands “ hebben” gebruiken, dat in het Frans ook “avoir “ is, en bij het gebruik van “zijn “, in het Frans “être “ wordt gebruikt.
Hebben Frans Conditionnel?
► Samengevat : Conditionnel: stam = hele ww + uitgang van de imparfait: JE -ais, TU -ais, IL -ait, NOUS -ions, VOUS -iez, ILS -aient….LE CONDITIONNEL : Uitleg en gebruik.
| Regelmatige vormen | Onregelmatige vormen | Onregelmatige vormen |
|---|---|---|
| finir (eindigen) | faire (doen, maken) | avoir (hebben) |
Hoe zie je dat het een voltooid deelwoord is?
Veel Nederlandse werkwoorden zijn zwak: het voltooid deelwoord wordt gevormd door ge- vooraf te laten gaan aan de werkwoordstam en te eindigen met ’t’ of ‘d’ afhankelijk van de slotklank van de stam (zie ’t kofschip). Van onregelmatig sterke werkwoorden wordt het voltooid deelwoord gevormd door de uitgang -en.
Hoe weet je of het een t of een D is?
Vinden gaat als lopen. Een handig ezelsbruggetje dat je kunt gebruiken: woorden die eindigen op een d, zoals worden en vinden, kun je vervangen door lopen en dan hoor je of er een t achter moet.
Wat is een voltooide tijd?
Werkwoorden | verleden tijd. voltooide tijd – le passé composé. De passé composé met als hulpwerkwoord avoir (hebben). De voltooide tijd bestaat, net zoals in het Nederlands, ook uit twee werkwoorden. Je hebt een hulpwerkwoord nodig (hebben of zijn) en een voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord (avoir/être) is altijd vervoegd.
Wat is de voltooid tegenwoordige tijd?
de passé composé de voltooid tegenwoordige tijd ( VTT ) In het Nederlands maken we de VTT met het hulpwerkwoord hebben of zijn en een voltooid deelwoord Ik ben gegaan Wij hebben gezien In het Frans gaat dat precies zo j’ai parlé ik heb gesproken tu as parlé jij hebt gesproken il a parlé hij heeft gesproken
Wat is een voltooid deelwoord?
Je hebt een hulpwerkwoord nodig (hebben of zijn) en een voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord (avoir/être) is altijd vervoegd. Dus de passé composé = hulpwerkwoord + voltooid deelwoord. Je maakt het voltooid deelwoord door er van het hele werkwoord af te halen en dan een é achter de stam te plakken.