Inhoudsopgave
Welke vakken krijg je bij de opleiding verzorgende IG?
Tijdens deze opleiding verzorgende-IG krijg je onder andere de vakken anatomie, fysiologie, verpleegtechnisch handelen en omgangskunde. Ook komen voeding en diëten voorbij en ziekteleer. Zo ben je optimaal voorbereid op je latere beroep. Ook handig is dat je leert om te plannen en organiseren.
Hoe lang duurt de opleiding tot verzorgende IG?
De opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) duurt gemiddeld 2 jaar. Hoe lang je precies over de opleiding doet, is afhankelijk van je vooropleiding en je eigen ontwikkeling. Het is ook mogelijk om de opleiding VZ-IG te volgen via de derde leerweg.
Welke vakken heb je nodig voor in de zorg?
Tabel 4, profielvakken in de bovenbouw
Profiel | Vakken | Verplicht |
---|---|---|
Natuur- en scheikunde | Ja | |
Zorg & welzijn | Biologie | Ja |
Wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis of maatschappijkunde | Keuze uit één van deze vakken | |
Economie & ondernemen | Economie | Ja |
Welke vakken zijn belangrijk voor verpleegkundige?
De vakken Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap horen standaard bij deze opleiding en je kunt vaak nog extra keuzedelen kiezen om je verder te specialiseren. Je leert algemene verpleegkunde en de technische vaardigheden die je nodig hebt voor de verpleging van mensen.
Wat voor vakken heb je nodig voor verpleegkundige?
Je wordt tot de studie HBO-Verpleegkunde toegelaten als je in het bezit bent van een havo-, vwo- of mbo-4-diploma. Voor deze opleiding gelden geen aanvullende toelatingseisen. Wel wordt geadviseerd een cursus biologie te volgen, wanneer je geen biologie hebt gehad tijdens je vooropleiding.
Welke opleidingen vallen onder maatschappelijke zorg?
De mbo opleidingen die vallen onder de maatschappelijke zorg-richting zijn Agogisch medewerker GGZ, Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen en Thuisbegeleider.
Wat valt er onder maatschappelijke zorg?
Maatschappelijke zorg is de zorg en ondersteuning aan mensen die hun leven niet (meer) zelfstandig kunnen vormgeven. Daardoor kunnen ze soms beperkt meedoen in de samenleving. Er is meestal sprake van isolement, uitsluiting, overlast en soms zijn ze dakloos.