Welke voorzetsels horen bij de 4e naamval?

Welke voorzetsels horen bij de 4e naamval?

Je gebruikt de vierde naamval na een van de volgende voorzetsels:

  • bis (tot)
  • durch (door)
  • für (voor)
  • gegen (tegen)
  • ohne (zonder)
  • um (om)
  • entlang (langs)

Welke naamval is ein?

Naamvallen | ein/eine-groep – bezittelijk voornaamwoord Hier volgen de onbepaalde lidwoorden, in het Nederlands ‘een’. * Vaak wordt de e in unser en euer weggelaten zodra het woord verlengd wordt.

Wat is de 1e naamval Duits?

De eerste naamval wordt gebruikt voor het onderwerp en het naamwoordelijk gezegde na de koppelwerkwoorden ‘sein’ (zijn), ‘werden’ (worden) en ‘bleiben’ (blijven). Alle Duitse woorden hebben een geslacht (m, v of o). Als we deze woorden in zinnen gaan gebruiken, wordt een m-woord in een zin der.

Wat is een Keuzevoorzetsel?

Je gaat ergens naar toe of je gaat iets doen. Zo weet je dus dat in een zin met een keuzevoorzetsel, waarbij een beweging of een handeling plaatsvindt, je de vierde naamval moet gebruiken, terwijl je de derde naamval gebruikt als er eigenlijk niet zoveel gebeurt in de zin.

Wat is de vierde naamval Duits?

‘Der Akkusativ’ is de vierde naamval in het Duits. Deze naamval wordt gebruikt voor het lijdend voorwerp . Je kan weten wat het lijdend voorwerp door de vraag “Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp?” te stellen. Het antwoord is dan het lijdend voorwerp!

Welke naamval na über?

auf en über (in de betekenis ‘over’): vrijwel altijd 4e naamval. alle andere voorzetsels uit deze categorie: 3e naamval.

Wie Duits 4e naamval?

Het vragend voornaamwoord wie

1 onderwerp Wie komt er morgen? Wer kommt morgen?
2 bezit Wiens fiets is dat? (Van wie is die fiets?) Wessen Fahrrad ist das?
3 meewerkend voorwerp Aan wie heb je dat gegeven? Wem hast du das gegeben?
4 lijdend voorwerp Wie heb je gezien? Wen hast du gesehen?

Hoe weet je of het ein of Der is?

De uitgangen van de lidwoorden of woorden als diese, welche, enzv veranderen, afhankelijk van het geslacht van het zelfstandignaamwoord dat er bij hoort: Mannelijk: R (der, dieser) Vrouwelijk: E (die, diese) Onzijdig: S (das, dieses) Meervoud: E (die, diese) Dit was de DER-groep Er is ook een EIN-groep Hierbij horen …

Hoe weet je of het ein of Eine is?

Ein en kein gebruik je voor der en das woorden. Eine en keine gebruik je voor die woorden, dus ook voor meervoud woorden.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven