Wie die?

Wie die?

Als een betrekkelijk voornaamwoord naar personen verwijst en in de bijzin de functie van onderwerp, lijdend voorwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde heeft, gebruiken we in principe altijd die. Alleen als het betrekkelijk voornaamwoord de functie van meewerkend voorwerp heeft, is wie ook mogelijk.

Wie wat die dat?

BETREKKELIJK VOORNAAMWOORD = een woord dat verwijst naar een ander woord in de zin. Als het verwijst naar een concreet woord, gebruik je die of dat. Zie de voorbeelden op deze pagina. Als het verwijst naar iets onbepaalds (bijvoorbeeld ‘iets’ of ‘alles’), gebruik je wat of dat.

Wat is wie in de zin?

Wie wordt gebruikt als meewerkend voorwerp in de bijzin en verwijst naar personen. Hier kan ook die voor gebruikt worden.

Wie of waar?

Gaat het wel om een mens, dan mag het allebei: de combi met ‘waar’ en de combi met ‘wie’. Alle zinnen hieronder zijn dus goed. Dat zijn de medewerkers met wie ik wel een borrel wil drinken. Dat zijn de medewerkers waarmee ik wel een borrel wil drinken.

Wie of die?

Wanneer het betrekkelijk voornaamwoord naar personen verwijst en in de bijzin de functie van meewerkend voorwerp heeft, kan zowel die als wie worden gebruikt. Het gebruik van wie in plaats van die in zinnen als deze is minder gebruikelijk en is goeddeels beperkt tot de schrijftaal.

Wie als Verwijswoord?

Naar personen verwijs je altijd met “wie” en nooit met “waar”. Wanneer een zelfstandig gebruikt aanwijzend voornaamwoord gecombineerd wordt met een voorzetsel, gebruik je “daar” en “hier” + voorzetsel in plaats van “die” en “dat”.

Wat En dat?

Volgens Jan Renkema is de keuze tussen de betrekkelijke voornaamwoorden ‘dat’ en ‘wat’ afhankelijk van de bepaaldheid van het zelfstandig naamwoord. Het woord ‘dat’ wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen ‘wat’.

Wat zijn betrekkelijke naamwoorden?

Een betrekkelijk voornaamwoord verbindt twee zinnen met elkaar. Dat kan één woord zijn, maar ook een hele zin. Het boek is het antecedent van dat in de zin ‘Het boek dat ik schrijf, wordt prachtig. ‘ In een boom die vroeg bloeit is een boom het antecedent van die.

Is het Waarop of waar op?

We schrijven waarop aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.

Is het waar aan of waaraan?

We schrijven waaraan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.

Wat of dat verwijzen?

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven