Inhoudsopgave
- 1 Wie kinderen ten laste bij scheiding?
- 2 Wie heeft het kind ten laste bij co-ouderschap?
- 3 Waar kind inschrijven bij co-ouderschap?
- 4 Wie kan best de kinderen ten laste nemen?
- 5 Wie bepaald co-ouderschap?
- 6 Wie heeft recht op kindergeld bij scheiding?
- 7 Wie heeft er recht op de kinderen bij een scheiding?
- 8 Hoe bewijs je co-ouderschap?
Wie kinderen ten laste bij scheiding?
Wanneer ouders uit elkaar gaan wijzigt de fiscale situatie voor één van hen. Een kind kan immers maar bij één ouder tegelijk ten laste zijn. Deze ouder zal dus het voordeel ‘kind ten laste’ genieten. Ouders kunnen dan onder bepaalde voorwaarden afspreken om dit voordeel te laten verdelen door de fiscus.
Wie heeft het kind ten laste bij co-ouderschap?
Slechts één ouder kan een kind fiscaal ten laste hebben. Fiscaal co-ouderschap verdeelt het belastingvoordeel voor kinderen ten laste door het kind fiscaal ten laste te brengen van één ouder via de ‘verdeling van de toeslagen’. Elke ouder krijgt 50% van de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste.
Wie krijgt het kindergeld bij co-ouderschap?
In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind. En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
Waar kind inschrijven bij co-ouderschap?
Bij co-ouderschap wonen de kinderen ongeveer evenveel bij u en uw partner. U moet dan wel afspreken op welk adres u de kinderen inschrijft (de Basisregistratie personen, voorheen gemeentelijke basisregistratie genoemd). Het adres waar de kinderen gaan wonen heet het hoofdverblijf.
Wie kan best de kinderen ten laste nemen?
De ouders kunnen, in overleg, de regeling… veranderen. Als een ouder bijvoorbeeld kans maakt op extra financieel voordeel door het kind fiscaal ten laste te hebben, dan kan deze ouder de andere ouder verzoeken om het kind fiscaal ten laste te hebben.
Wie krijgt de voogdij bij een scheiding?
Na uw scheiding of einde geregistreerd partnerschap houdt u allebei het ouderlijk gezag over uw kinderen. Ook als u ongehuwd bent, samen het ouderlijk gezag over uw kinderen heeft en uit elkaar gaat. U blijft dus beiden verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van uw kinderen.
Wie bepaald co-ouderschap?
In de wet staan geen regels voor co-ouderschap. U spreekt zelf af hoe u de omgang met de kinderen en de zorg en opvoeding verdeelt. Dat betekent dat uw kinderen ongeveer evenveel bij elke ouder wonen. Bijvoorbeeld bij beide de helft van de week.
Wie heeft recht op kindergeld bij scheiding?
Ook bij scheiding is het gezamenlijk ouderlijk gezag de regel. Het kind is ingeschreven op het adres van de moeder : als de vader vóór de scheiding het recht op kinderbijslag opende, dan blijft dit zo, ook al woont het kind niet meer bij hem; de moeder ontvangt de kinderbijslag.
Heb ik recht op alimentatie bij co-ouderschap?
Veel mensen denken dat er bij co-ouderschap automatisch geen sprake is van alimentatie. Dit is niet waar. Ook bij co-ouderschap zal degene met het hoogste inkomen nog altijd een klein bedrag moeten betalen aan degene met het laagste inkomen. De alimentatie zal wel een stuk lager zijn dan bij een andere omgangsregeling.
Wie heeft er recht op de kinderen bij een scheiding?
Hoe bewijs je co-ouderschap?
Geef met een brief aan ons door dat u co-ouders bent. Zet ook in de brief op welke dagen van de week uw kind bij u is, en op welke dagen bij uw ex. Vermeld ook uw naam, adres en woonplaats en uw burgerservicenummer (BSN) in de brief.
Wie kan je ten laste nemen?
U kunt, wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, de volgende personen ten laste nemen: uw ascendenten (ouders, grootouders), uw (half)broers en (half)zussen, Bijvoorbeeld een tante die u, na het overlijden van uw ouders, tijdens uw jeugd ten laste heeft genomen.
Bij een echtscheiding neemt meestal een van beide ouders het kind ten laste. Die ouder geniet dus het belastingvoordeel. Voorwaarde is natuurlijk dat het kind het grootste deel van de tijd effectief bij de ouder in kwestie woont. Het kind domiciliëren in de gemeente volstaat als bewijs voor de fiscus.