Inhoudsopgave
Welke studies vallen onder WHW?
Er zijn 2 soorten erkende onderwijsinstellingen:
- Universiteiten en hogescholen die genoemd worden in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Deze instellingen krijgen geld van de Rijksoverheid.
- Een aantal particuliere opleidingen. Deze opleidingen krijgen geen geld van de overheid.
Hoe krijg je de titel dr?
Na een promotie Je mag de titel doctor (dr.) voeren als je gepromoveerd bent (art. 7.18 lid 1 WHW). Deze titel staat vóór je naam.
Welke titel is hoger dr of drs?
Titels in het wetenschappelijk onderwijs
Afkorting | Titel |
---|---|
dr. | doctor |
mr. | meester in de rechten |
ir. | ingenieur |
drs. | doctorandus |
Waar staat de WHW?
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, afgekort WHW, is een Nederlandse wet uit 1992 waarin regels zijn vastgelegd in verband met het hoger onderwijs (universiteiten en hoger beroepsonderwijs). De wet vervangt verscheidene oudere wetten.
Welke opleiding laagste studielast?
Een hbo-bacheloropleiding kent een studielast van 240 studiepunten (WHW artikel 7.4b). Een hbo-masteropleiding kent een studielast van ten minste 60 studiepunten (WHW artikel 7.4b). Een wo-bacheloropleiding kent een studielast van 180 studiepunten (WHW artikel 7.4a).
Wat is het verschil tussen Master en Master of Science?
Sinds de invoering in september 2003 van de bachelor / master structuur in het hoger onderwijs ontvangen afstudeerders aan een universitaire masteropleiding geen doctorandus-titel meer, maar een graad. Afhankelijk van de gevolgde masteropleiding is dat de graad ‘master of science’ (MSc) of ‘master of arts’ (MA).
Wat is mijn titulatuur?
Titels na een universitaire opleiding na een bacheloropleiding: Bachelor (B); na een masteropleiding of een postinitiële opleiding: Master (M); na een masteropleiding op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving of techniek: ingenieur (ir.); na een masteropleiding op het gebied van het recht: meester (mr.);
Wat is meer drs of dr?
Een titel informeert patiënten en collega’s met wie ze van doen hebben. Welke titel gevoerd dient te worden, was decennialang een uitgemaakte zaak en liep synchroon met de rest van de Nederlandse academische wereld: ‘doctorandus’ (drs.), of ‘doctor’ (dr.) als men gepromoveerd is.