Inhoudsopgave
Waarom kiest een bedrijf voor een nv?
Als u veel kapitaal nodig heeft in uw bedrijf kunt u kiezen voor een naamloze vennootschap (nv). Met aandelen haalt u geld binnen voor uw bedrijf. De aandeelhouders mogen meebeslissen over uw onderneming.
Waarom zou je voor een nv kiezen?
Het gaat vaak om beursgenoteerde bedrijven. Toch kiezen sommige kmo’s ervoor om een nv op te richten, bijvoorbeeld wanneer een onderneming complexere lagen van bestuur nodig heeft. Ook voor bedrijven die in een internationale context werken, biedt de nv specifieke voordelen.
Hoeveel bestuurders moet een nv hebben?
Vandaag bestaat de raad van bestuur in een NV uit minstens drie bestuurders. Vanaf mei blijft het aantal op minstens 3 bestuurders, tenzij er maar 2 aandeelhouders zijn. In dat geval wordt het aantal bestuurders herleid tot 2.
Wie heeft de leiding bij nv?
Het hoogste orgaan van de nv is de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), die minstens eenmaal per jaar bijeenkomt. De dagelijkse leiding van de nv berust bij de raad van bestuur (RvB) (ook wel genoemd de directie). De RvB wordt door de AVA benoemd en ontslagen.
Wat is beter NV of BV?
Het grootste verschil tussen de BV en de NV heeft te maken met de aandelen. Beide rechtsvormen werken namelijk met aandelen, alleen zijn deze bij de NV vrij overdraagbaar, bijvoorbeeld op de beurs. Dit staat in contrast met een BV, waarbij de aandelen ingeschreven staan onder de naam van de aandeelhouder.
Heeft een NV een BTW nummer?
Ga er niet van uit dat elke vennootschap na 01.01.2016 wel een btw-nummer ‘moet’ hebben. Er blijven wel degelijk nog altijd vennootschappen bestaan die geen btw-nummer hebben, dat kan bv. het geval zijn met een zuivere patrimoniumvennootschap.
Welke onderneming heeft geen publicatieplicht?
Bv’s, nv’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn voorbeelden van rechtsvormen die verplicht zijn de jaarrekening te deponeren. Voor eenmanszaken geldt deze verplichting niet.
Heeft een stichting publicatieplicht?
Volgens het wetsvoorstel uit 2008 houdt de publicatieplicht in dat stichtingen hun ‘jaarrekening’ binnen 8 dagen na het opmaken daarvan moeten openbaren. Het opmaken van de ‘jaarrekening’ van de stichting, moet overigens – nu ook al – binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar van de stichting plaatsvinden.