Welke vinger bij vingerprik?
Vingerprik uitvoeren: ✓ Nooit op de vingertoppen prikken= pijnlijk. ✓ Gebruik midden-, ringvinger of pink van de linker en rechter hand. ✓ Prik op de zijkanten van de vinger, dit is minder pijnlijk. ✓ Stuwen: Dit wil zeggen van beneden naar boven wrijven om een bloeddruppel te bekomen.
Waarom kan een vingerprik gedaan worden?
Een methode voor het bepalen van de INR-waarde is de vingerprik. Met een klein prikje in de vinger en slechts één druppel bloed wordt uw stollingswaarde bepaald, waarbij uw uitslag direct beschikbaar is.
Doet een vingerprik zeer?
De vingerprik is over het algemeen minder pijnlijk dan bloedafname uit de arm (venapunctie). Men prikt aan de zijkant van de vinger om de zenuw in de vingertop te ontwijken. Hierdoor voel je er vrijwel niets van.
Wat kun je meten met vingerprik?
Bloedsuiker meten met een vingerprik is de meest gebruikte manier om de bloedsuiker te meten. Afhankelijk van onder andere type diabetes en behandeling zal de behandelende arts bepalen hoe vaak dit moet gebeuren.
Hoe kun je het beste bloedsuiker prikken?
Kies uw middelvinger of ringvinger en prik in de zijkant van de vingertop. Wrijf met de duim en wijsvinger van uw andere hand over de geprikte vinger, van beneden naar boven. Er komt dan een druppel bloed naar buiten. Houd de druppel op de juiste plek tegen de teststrip.
Waarom niet stuwen bij vingerprik?
U kunt uw handen wassen met warm water of uw vingertoppen warm masseren. Ook kunt u uw handen even langs uw lichaam laten hangen. Het is niet goed om de bloeddruppel uit uw vingertop te stuwen. Hierdoor kan er wondvocht in de bloeddruppel komen en dit beïnvloedt de uitslag van uw glucosemeter.
Welke diabetes is insuline afhankelijk?
Het lichaam van mensen met diabetes type 1 maakt zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken vernielt. Daarom moet je met diabetes type 1 insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen.
Welke tijden bloedsuiker prikken?
Er zijn 7 mogelijke meetmomenten: nuchter, 1,5-2 uur na het ontbijt, voor de lunch, 1,5-2 uur na de lunch, voor het avond- eten, 1,5-2 uur na het avondeten en voor het slapen.