Inhoudsopgave
Waar staat STAR methode voor?
De afkorting ‘STAR’ staat voor Situatie, Taak, Actie en Resultaat. Het uitgangspunt is dat het toekomstige gedrag van de kandidaat het beste is te voorspellen op basis van zijn recente ervaringen.
Wat voor vragen krijg je bij een sollicitatiegesprek?
Welke vragen kun je verwachten bij een sollicitatiegesprek? Een werkgever zal niet snel naar al je personalia vragen, want als het goed is staat dat allemaal al in je CV. Wel kun je aantal klassieke vragen verwachten over je ambitie, je positieve en negatieve eigenschappen en je visie op werk.
Wat is start methodiek?
De START-methodiek heeft tot doel de competenties die mensen bezitten uit hun verleden op grond van vroegere ervaringen te analyseren. De veronderstelling is hier dat gedrag in het verleden een voorspellende waarde heeft voor gedrag in de toekomst. START staat voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat en Terugkoppeling.
Hoe toon je aan dat je resultaatgericht bent?
Je herkent de competentie resultaatgerichtheid aan de volgende 5 gedragsindicatoren:
- het stellen van ambitieuze doelen.
- het komen tot een resultaat (beter en sneller dan verwacht)
- het realiseren van doelen.
- ingrijpen wanneer een resultaat dreigt tegen te vallen.
Hoe lang duurt gemiddeld een sollicitatiegesprek?
Het selecteren van personeel blijft een tijdrovende klus. Want gemiddeld duurt een sollicitatiegesprek in Nederland een uur. En dat terwijl de meeste managers beweren al na vijf minuten een oordeel te hebben over een kandidaat.
Waarom Starr methode gebruiken?
De kern van de STARR methode is om op een gegronde manier de juiste kandidaat voor de functie te vinden. Het doel is om beter inzicht te krijgen in het gedrag en bepaalde prestaties te voorspellen. Dit wordt gedaan door in te zoomen op het gedrag en prestaties uit het verleden.
Hoe maak ik een Reflectieverslag Starr?
Zo werkt de STARR-methode
- Situatie. Je beschrijft de context waarin de gebeurtenis plaatsvond.
- Taak. Hierbij gaat het om jouw rol in de situatie.
- Actie. Vervolgens beschrijf je jouw daadwerkelijke handelingen.
- Resultaat. Stel jezelf de volgende vragen: Wat waren de gevolgen van jouw actie?
- Reflectie.