Waardoor begonnen de middeleeuwen?
De middeleeuwen (ca. 500 tot ca. 1500) vormen in de geschiedenis van Europa de periode tussen de oudheid en de vroegmoderne tijd. Traditioneel situeert men dit door Italiaanse humanisten geïntroduceerde tijdvak tussen de val van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw en de renaissance die in de 14e eeuw in Italië begon.
Wat is de periode van de middeleeuwen in Europa?
Na het uiteenvallen van het West-Romeinse rijk in een groot aantal staten volgt er een periode van ongeveer 1000 jaar, die we in Europa de Middeleeuwen noemen. Geleerde uit de 15e eeuw hebben deze naam bedacht. Ze hadden een grote bewondering voor de Griekse en Romeinse cultuur. Hun eigen tijd vonden ze ook belangrijk.
Wat zijn de vroege middeleeuwen?
Vroege of donkere middeleeuwen: 4e tot 10e eeuw, worden gekenmerkt door het verval van het Romeinse Rijk, toenemende barbarisering en verschillende invasies, zowel van Germaanse stammen als van enkele steppevolkeren. De vroege middeleeuwen eindigen na het uiteenvallen van het rijk van Karel de Grote, die de feodaliteit heeft geïntroduceerd.
Hoe ontstaan de middeleeuwse maatschappij en beschaving?
De middeleeuwse maatschappij en beschaving zijn ontstaan uit drie duidelijk te onderscheiden bronnen: de Grieks-Romeinse beschaving, het christelijk geloof – die beide op het grondgebied van het Romeinse Rijk ontstonden of zich daar verder ontwikkelden – en Germaanse tradities, die binnenvallende volkeren later meebrachten.
Hoe begint de geschiedenis van Europa met de komst van de mens?
De geschiedenis van Europa begint met de komst van de mens. De eerste periode in de geschiedenis van Europa is de steentijd. In de steentijd maakte de mens gebruiksvoorwerpen van steen, maar waarschijnlijk ook van hout, hoorn en been. De steentijd wordt ingedeeld in ‘oude steentijd’ (Paleolithicum) en ‘nieuwe steentijd’ (neolithicum).