Inhoudsopgave
Wat verstaan we onder de enzymactiviteit?
De snelheid waarmee een enzym een scheikundige reactie uitvoert. Enzymactiviteit is afhankelijk van temperatuur en zuurgraad van de oplossing. Bij te hoge temperaturen worden de botsingen tussen enzym en substraat te hard, waardoor de enzymen vervormen (denatureren) en onwerkzaam worden.
Hoe worden enzymen gemaakt?
Enzymen worden bij de eiwitsynthese gevormd in cellen van alle organismen: van dieren, planten, schimmels en micro-organismen. Voor de opbouw ervan zijn in een aantal gevallen vitaminen nodig. Enzymen bevinden zich ook in voedsel, voor zover dat niet (langdurig) verhit is geweest.
Wat is de rol van enzymen in waspoeder?
Enzymen kunnen in wasmiddelen, vaatwasblokjes of vlekverwijderaars worden gebruikt. Daar zorgen ze ervoor dat vlekken verdwijnen door het vuil af te breken. is een eiwit dat een chemische reactie kan versnellen (ook wel katalysator genoemd). Veelgebruikte enzymen zijn proteasen, amylasen en lipasen.
Hoe heet de temperatuur met de hoogste enzymactiviteit?
Bij hele lage temperaturen werken de meeste enzymen in het lichaam niet zo best en bij temperaturen boven de 40-42 graden werken de meeste enzymen ook niet heel hard. In het lichaam van de mens werken de meeste enzymen het best bij 37 graden. Dit is de optimumtemperatuur van het enzym.
Welke enzymen zitten er in speeksel?
Speeksel bevat verschillende enzymen die een begin maken met de vertering van diverse voedingsbestanddelen, onder andere α-amylase, proteolytische enzymen (eiwitafbraak), lipase (vetafbraak) en polynucleotidasen (DNA- en RNA-afbraak).
Hebben bacterien enzymen?
Enzymen zijn het gereedschap van de (bacterie)cel. Zoals bekend ligt de mogelijkheid om bepaalde eiwitten te maken verankerd in het DNA . Enzymen zijn eiwitmoleculen. Eiwitten zijn lange ketens van aminozuren.
Wat betekent Substraatspecifiek?
Enzymen werken specifiek. Dit wil zeggen dat één enzym maar één specifiek deel van een scheikundige reactie kan versnellen omdat er op het enzym maar één specifiek substraat past. Net als er maar één sleutel in een slot past.
Hoe helpen enzymen om in de eicel te kunnen komen?
In de kop van de zaadcel zit het acrosoom, dat een enzym bevat waarmee de eiwitlaag van de eicel afgebroken kan worden. Zo kan de zaadcel de eicel binnendringen.