Welke voorzetsel?

Welke voorzetsel?

Voorzetsels zijn woorden zoals op, onder, in, door, behalve, tussen en tegen. Ze geven de relatie (bijvoorbeeld tijd, plaats of reden) aan tussen het woord waar ze voor staan en de andere woorden in de zin: tijdens de vakantie, in de scriptie, vanwege het slechte weer.

Waar staat de voorzetsel?

Een voorzetsel staat gewoonlijk voor het element waar het bij hoort, maar kan er onder andere in het Nederlands soms ook achter staan (men spreekt dan wel van een achterzetsel). Bijvoorbeeld: Ze reden het tuinpad op.

Wat is het voorzetselvoorwerp in een zin?

In een zin als ‘De minister onthield zich van commentaar’ is van commentaar een voorzetselvoorwerp. Een voorzetselvoorwerp is een voorwerp dat begint met een voorzetsel. Dat voorzetsel wordt als het ware ‘opgeroepen’ door het hoofdwerkwoord van de zin. Werkwoord en voorzetsel vormen daardoor een vast combinatie.

Hoe zoek je een voorzetsel?

Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens… achter te zetten. voor de kast, op de kast, achter de kast…

Hoe herken je een voorzetsel?

Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens… achter te zetten. Met een voorzetsel kun je een waar en wanneer aangeven.

Hoe herken je een vast voorzetsel?

Bijvoorbeeld: fietsen met, fietsen onder, fietsen langs. Als een werkwoord / werkwoordelijke uitdrukking maar met één of een paar voorzetsels gecombineerd kan worden, dan heet het voorzetsel een vast voorzetsel.

Wat is een VV Nederlands?

Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel. Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde. De onderstreepte zinsdelen zijn voorzetselvoorwerpen. Bijwoordelijke bepaling (bwb) of voorzetselvoorwerp (vv)?

Wat is vv Nederlands?

voorzetselvoorwerp. Het voorzetselvoorwerp (vv) komt alleen voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel: twijfelen aan, hopen op. Het zinsdeel dat begint met dat vaste voorzetsel, is het voorzetselvoorwerp.

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven